En het iiiiiis…. roze! Dit spelletje speelt onze dochter Zoë graag met ons. Vanavond nog, toen we buiten zaten te eten. Terwijl ik raadde, probeerde ik ook onze Nina eten te geven. Dit ging niet vanzelf en het meerendeel belandde op de grond. Niet ongewoon… Het is goed dat ik ondertussen het spelletje met Zoë speel, want m’n geduld is voor vandaag wel op als ik heel eerlijk ben.
Ik besef me dat dit spelletje zo op Nien van toepassing is: de buitenwereld ziet niet wat ik (wij!) wel zie(n).
Je ziet in eerste instantie niet dat ze anders werkt, zich anders ontwikkelt en dus ook anders handelt. Dat ze zich anders uit. Anders IS*. Het is wel zo: des te groter ze wordt, des te zichtbaarder het wordt. Voor míj in ieder geval en uiteindelijk ook steeds meer voor de buitenwereld.
Als iets niet gaat zoals ze wil
Of gewoon random at any moment, is het schreeuwen (maar écht: krij-sen, vraag maar aan onze buren), slaan, krabben en/of haren trekken. Vandaag betrapte ik haar op iets nieuws: stampvoeten. Nien is 3,5 en kan net een paar maanden lopen, supergoed grijpen en een aantal woordjes zeggen en klanken maken. Echt communiceren gaat nog moeizaam of eigenlijk niet. Ze begrijpt steeds meer, alleen kan zij zichzelf niet altijd duidelijk maken en begrijpen wij haar dus niet altijd even goed. Tot grote frustratie (van soms beide partijen).
Nien heeft dan wel haar eigen tempo, ze is ook heel snel. Gister viste ik haar bij achterburen uit de tuin, kon ik de scherven bij elkaar vegen van een glas wat net binnen haar bereik op tafel stond en was ik precies op tijd, zodat de plant in de vensterbank niet helemaal ontworteld werd (vandaag lag die overigens tóch potloos op de vloer). Alles moet op de grond. Hard. Gesmeten. En vooral: nú!
Een besef-moment
De laatste dagen realiseer ik me dat dit gedrag misschien wel bij Nien hóórt. Het schreeuwen en krabben, al dat gooien met spullen. Dat we haar (nog?!) niet kunnen leren dat sommige dingen niet mogen. Tuurlijk doen we dat wel, want hee, zo leert ieder kind dat. Zoë heeft het ook geleerd door te doen en onze ‘nee’. Maar bij Nien zijn we al ‘even’ bezig. Zonder echt resultaat. De reacties worden op het moment eigenlijk alleen maar heftiger.
En ja… wat kunnen we dan nog doen?!
Toch maar de omgeving aanpassen, zodat ze niet meer bij bepaalde spullen kan komen. Dan is het voor haar geen uitnodiging en het scheelt ons een hoop ge-nee. Zoals het nu gaat, is het namelijk voor niemand leuk! Ik vind het zó intens: de hele tijd opletten en corrigeren. Ik ben er moe van. Ik ben het zat. Ik wíl niet meer de hele dag ‘Nee Nien, dat mag niet!’ ‘Nien, stop daarmee!’ ‘Zachtjes doen Nina!’ Ik ben er zo klaar mee. Vooral om het feit: wat geef ik haar mee?! Dat ze niks mag. En dat is niet bedoeling. Zij wil ontdekken. Onderzoeken. Leren. Iets dat ik natuurlijk ook voor haar wil. Alleen niet ten koste van onze spullen. :S
Dus hoezeer ik ook voorstander bent van je huis niet teveel kids-proof maken, ik ben nóg meer voorstander van motiveren. Dus ja, ons huis moet meer Nina-proof worden. Dat is uiteindelijk voor iedereen leuker. Zodat zij niet ziet, wat wij wel zien en van die spullen dus sowieso afblijft. En wij weer kunnen zien wat zij allemaal wél ziet, doet en kan en dát naar haar communiceren. ‘JA‘ is nou eenmaal een veel beter krachtwoord dan ‘nee’. 😉
_________
* Nina heeft een genafwijking, waardoor zij (oa.) moeilijk behandelbare epilepsie heeft. Dit zorgt voor een unieke ontwikkeling op haar eigen tempo. Ze functioneert op dit moment ongeveer als een meisje van 1,5.