Ik vind er wat van!

Date

Naast alle Nina-perikelen zijn er natuurlijk ook gewoon nog Zoë-perikelen en Andere Zaken die spelen. Niets komt alleen en staat op zichzelf in Het Leven. 😉

Ik werd van de week getriggerd door deze open en eerlijke post van Een Beetje Hippie (liefde voor die naam en ‘beweging’ overigens!). Ik vind Anouk haar reactie zo BOLD, zo sterk. Echt heel veel respect voor. Ik vond mijn eigen reactie bij de zwemschool dan nog maar wat lafjes. Hoewel… 😉

We hebben Zoë opgegeven voor een ‘A-diploma-in-5-maanden’. Wij denken dat ze dat kan, want het vraagt natuurlijk best wel wat van haar, daar zijn we ons bewust van. Dus in september waren we al eens begonnen. Waren, ja. De eerste twee lessen gingen goed: ze vond het spannend, maar was er oké mee dat ik wegging en zij ging zwemmen. Precies zoals we haar kennen: ergens brengen, de tijd nemen om haar te laten landen en gedag te zeggen, om daarna met een grote glimlach en een enthousiaste ‘Tot straks, mam!’ weg te gaan. De keren dat het ‘gedoe’ was bij een peuterspeelzaal, school of wat dan ook, zijn echt op 1 hand te tellen!

Terug naar de zwemles.

Wij als ouders mochten niet kijken, alleen mee naar binnen om te helpen met omkleden om daarna weer te gaan en terug te komen als de les klaar was. Vanaf les drie werd het lastig. Zoë wilde niet dat ik wegging. Ik nam de tijd. Wilde er voor haar zijn. Vroeg wat ze nodig had. ‘Zullen we anders samen naar het zwembad lopen? En kunnen we afspreken dat jij dan gaat zwemmen en ik even naar huis ga? Kom ik je daarna snel weer halen.’ Ze knikte voorzichtig. Ik bracht haar naar de rand van het zwembad, waar ik een afkeurende blik kreeg van de zwemjuf gevolgd door een: ‘Dit gaat niet helpen, hoor!’. Ik negeerde het en praatte met Zoë. Ze was een soort van oké, dus ik stond op en liep weg. De ‘Mama, nee, wacht…’ heb ik die keer met moeite genegeerd en ik ben gegaan. Toen ik haar weer kwam halen was het bericht: ‘Het ging hartstikke goed! Volgende keer wel het afscheid iets korter houden.’ Ik antwoordde vol verbazing: ‘Nou, wij nemen graag even de tijd, want dat heeft ze dan blijkbaar nodig. Dit is namelijk niet gedrag dat ze vaak laat zien.’ Toen ben ik Zoë lekker gaan afdrogen en heb ik mijn aandacht op haar gericht. Vanbinnen overheerste vooral verbazing en … ja, wat was het eigenlijk?! Ongeloof, misschien wel.

Ik merk dat zelfs terwijl ik er nu over schrijf, mijn hartslag stijgt. Grrr…

Hoe dichterbij de volgende woensdag weer kwam, hoe stiller Zoë werd. Ergens wilde ze heel graag zwemmen, maar het moment zelf vond ze zó spannend, dat ze eigenlijk een soort bevroor. Dus ja, ook deze keer was het ‘drama’. Ik bleef bij haar. Praatte met haar. Ze wilde niet dat ik wegging. ‘Snap ik lieverd, ik mag alleen niet blijven. Zullen we samen even kijken wat ze aan het doen zijn?’ We liepen naar het zwembad. Dit keer kreeg ik van zowel de zwemjuf als -meester een blik… Ik negeerde het en bleef bij Zoë. Ze bleef aan me hangen, huilend. ‘Ik wil niet, mama.’ De zwemmeester probeerde haar over te halen: ‘Kom maar Zoë, we gaan beginnen. Kom je in het water? Het is tijd.’ Het werkte averechts en Zoë raakte in paniek. Ik liep met haar terug naar de kleedkamer en kleedde haar aan. ‘Het is goed liefje, we gaan naar huis.’

De badmeester kwam en zei enigszins verbaasd: ‘Oh, jullie gaan?’ Ik bevestigde dat. ‘Jammer dat je haar nu haar “zin geeft”. Dan gaat het de volgende keer niet makkelijker.’ Ik: ‘Zo kun je het zien. Ik zie dat ik naar haar luister. Zo kennen we haar namelijk niet.’ ‘Ja, maar op deze manier beloon je haar voor dit gedrag. Ik wil me niet met je opvoeding bemoeien, hoor, maar…’ De rest heb ik niet meer gehoord. Alleen die zin al: ik wil me niet met je opvoeding bemoeien. Dóe dat dan ook niet, was het enige dat ik dacht. Ik weet niet meer wat ik zei, maar we zijn in ieder geval gegaan. En niet meer teruggegaan voor de rest van de cursus.

Er kwamen telefoongesprekken, onder andere met De zwemmeester. In eerste instantie besloten we gewoon regulier te gaan lessen, kortere lessen past misschien beter bij Zoë. Maar toen kreeg ik uiteindelijk de zwemjuf aan de telefoon die normaal gesproken die 5-maanden-cursus geeft. Zij had er wel vertrouwen in en vond het zonde om op deze manier te stoppen. Na overleg met Stijn hebben we Zoë toch ingeschreven voor de volgende 5-maanden, bij haar.

Dat begon dus vorige week.

Zoë had er zin in! Dat is hoopvol. Ik heb bewust Stijn mee laten gaan, ik had nog geen zin in een confrontatie met de zwemmeester. 😉 Nu mocht er wel even gekeken worden door de ouders. Stijn vond dat de zwemmeester leuk lesgaf, (wie weet is er nog hoop. :P) Zoë was nog wel wat voorzichtig, maar ja, dat hoort bij haar: eerst de kat uit de boom kijken. Tien keer kijken hoe anderen het doen, twee keer geholpen worden en dan kan ze het. Hopelijk is daar ruimte voor. Er werd wel ook vast medegedeeld (lees: gewaarschuwd): ‘Bij de derde en/of vierde les gaan de kids moeilijk doen. Willen ze niet. Ga gewoon naar huis. Vertrouw ons alsjeblieft dat het goed komt.’

Dat zet me toch aan het denken… Want op welke manier komt dat dan goed? In het over grenzen pushen? In het ‘oude’ systeem van ‘zo doen we dat nou eenmaal’, worden ze hard van, leren ze van? In het voorbijgaan aan de gevoelens en ervaringen van de kids zelf? Want zij zijn zogenaamd toch nog te klein om dingen te voelen en ervaren?

Guys, echt, dit kan toch niet meer?

Ik vind hier heel veel van. En kijk er dan ook nog niet naar uit… Sterker nog, ik zie hier tegenop, want hoe gaan we dáár dan weer mee om? Gaan we met hen mee? Blijven we trouw aan ons ding? En hoe is dat dan? Anyway… allemaal niet helpende vragen op dit moment. Het belangrijkste is: hoe gaat Zoë en wat heeft zij nodig? Vooral zij moet leidend zijn in dit. En wij zullen op dát moment wel weten wat we hebben te doen.

Toch?

En anders kan ik even terug naar de post van Anouk als reminder om me (weer) Een Beetje Hippie te gedragen!

Meer schrijfsels:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *